‘Te gek dat je een boek schrijft over onze avonturen in Spanje,’ zei mijn zus, ‘maar dan moet je nu echt een keer mee naar het dorpsfeest.’Hoewel ik in de twaalf jaar dat ze in de Spaanse Pyreneeën woonde elk jaar wel een keer naar Spanje afreisde, had ik nog nooit het dorpsfeest meegemaakt. Dat was onbestaanbaar vonden mijn zus en zwager. Het feest was hét hoogtepunt van het jaar. Hoewel ze al lange tijd weer in Nederland wonen, hebben ze het nog niet één keer overgeslagen.

Neo-rurales
Het dorp waar zij woonden stond decennia leeg omdat de oorspronkelijke bewoners naar de stad trokken voor een beter bestaan. De huizen waren vervallen er waren geen basisvoorzieningen zoals elektriciteit en water. De weg ernaartoe was het grootste deel van de tijd onbegaanbaar. Mijn zus en zwager waren een van de neo-rurales, de nieuwe plattelanders. Zij kochten er een van de minst vervallen huizen en brachten weer leven in het dorp. Samen met een handvol andere bewoners, herbouwden ze de huizen, onderhandelden met de gemeente over elektriciteit en water en zorgden ervoor dat er weer gefeest werd op de gedenkdag van de dorpsheilige.
Ik bedacht dat ik er een kleine vakantie van kon maken: drie dagen feest en aansluitend drie dagen met mijn zus als tolk op onderzoek in vijf andere verlaten dorpen. Het was de opgenomen vakantiedagen waard! Een unieke belevenis, hoor, zo’n Spaans feest, compleet met processie, theater, vuurwerk en paella in pannen zo groot als trampolines. De feestgangers kwamen uit de gehele vallei de berg op gereden. Ze zaten tot het ochtendgloren bij het kampvuur en sliepen in hun auto’s of in een lange rij in de woonkamer.

Wagenings thema
Ik sprak er met veel van de nieuwe bewoners en vroeg hen naar hun ervaringen. Wat was de charme van zo’n leven ‘off the grid’? Welke moeilijkheden hadden ze ondervonden? Wat waren hun toekomstplannen? Die vragen stelde ik ook aan de bewoners van de vijf dorpen waar we na het feest naartoe reisden. Ik ontdekte dat ieder zo zijn eigen redenen had om op zo’n afgelegen plek te gaan wonen en ook dat elk van deze herbewoonde dorpen weer andere uitdagingen met zich meebracht. In sommige dorpen wonen nog maar pas jonge mensen, die met vrijwilligers nog echt tussen de ruïnes wonen. In andere dorpen zijn er al jaren afspraken met de gemeente en zijn de meeste huizen herbouwd.Ik ontdekte ook dat ik niet de eerste Wagenings Ingenieur ben, die in de ban raakte van de verlaten dorpen in Spanje. Ook ir. Karin Anema was zo gefascineerd door het ontvolkte Spaanse platteland dat ze er een roman over schreef met de titel ‘De weg naar Villarbon’. Haar roman gaat over een burgemeester die probeert zijn dorp te redden van de ondergang en is gebaseerd op veldwerk dat ze daar heeft gedaan. Een echt Wagenings thema dus, die verlaten dorpen.
Mijn roman ‘De Gierenvallei’ gaat juist over de neo-rurales, over Lisa, die samen met haar vriend Luuk in zo’n verlaten dorp gaat wonen. Het gaat over de moeilijkheden die ze ervaren, over Lisa’s zoektocht naar een zinvol leven en over de kleurrijke dorpsgemeenschap. Duurzaamheid, zelfvoorzienend leven en onthaasten: het komt allemaal aan bod.

Thema-avond over verlaten dorpen op 20 mei! 
Benieuwd? Op 20 mei 2022 organiseer ik voor het VWI een avond waarin ik aan de hand van foto’s vertel over verlaten dorpen in de Spaanse Pyreneeën. Lees er meer over: agenda-vwi/20-mei-vwi-meeting-zwolle-dev-over-verlaten-dorpen-in-spanje. En geef je op via vwi@vwi-netwerk.nl.

Boek
Daarnaast is ‘De Gierenvallei’ sinds november 2021 verkrijgbaar in elke boekhandel voor € 21,50. Steun je lokale boekhandel door het boek te bestellen via ‘click en collect’ of bestel het online bij bijvoorbeeld Bruna of Readshop. Voor een gratis verzonden gesigneerd exemplaar kun je natuurlijk bij mij terecht via www.boekjeopenoverschrijven.nl. Hier kun je ook de eerste twee hoofdstukken lezen.

Monique Bronkhorst