Ieder mens heeft behoefte aan autonomie en aan verbinding. Veel mensen die bij mij aankloppen hebben last van het schuren van de ene behoefte met de andere. ‘Ik heb een relatie maar ik voel me gecontroleerd door hem’, ‘Ik vind mijn werk leuk, maar ik ben bang dat ik mijn kinderen tekort doe’, ‘Ik verzwijg dingen omdat ik bang dat ze anders bij me weg gaat’. Vaak staat de autonomie onder druk en is er angst de verbinding te verliezen. ‘Als ik meer mijn eigen gang zou gaan, dan ben ik bang dat zij bij me weg gaat’. Therapie is vaak gericht op het leren nemen van ruimte voor je behoefte, dingen die tegen de verwachting van onze dierbaren ingaan. Of in elk geval denken we dat dat zo is.

Werken aan jezelf door coaching, therapie of het volgen van een spiritueel pad wordt soms gezien als gericht op puur persoonlijke behoeftebevrediging. Of nog erger, als egoïstisch. Als er weer eens een journalist van een dagblad voor journalistiek onderzoek meedoet aan een meditatie weekend wordt er vanuit een afstandelijke houding steevast geconcludeerd dat het wel erg gericht is op het individu en ‘zelf gelukkig worden’. Alsof al dat navelstaren geen enkel ander doel dient dan het opvijzelen van het ego, nu met spirituele doelen. Mijn persoonlijke en professionele ervaring is dat mensen die leren rekening te houden met hun eigen behoeften ook vanzelf meer ruimte krijgen voor die van anderen. We reiken uit naar de ander op een meer onafhankelijke en liefdevolle manier. Niet langer om strategische redenen doe ik iets voor een ander (om aandacht of bevestiging te krijgen of ‘mijn zin’ te krijgen) maar omdat het uit mijn hart opwelt of omdat ik uit liefde mijn best doe om tegen mijn oude gewoonte in te handelen.

We zijn nu eenmaal door en door contactueel. Onze ‘bedrading’, het hele zenuwstelstel is ingericht op verbinding maken. Primatoloog Frans de Waal vindt in zijn onderzoek aan primaten dat moraliteit, de neiging tot het goede doen, ons ‘ingebakken’ is. Hij legt uit hoe we voortkomen uit een lange evolutielijn van dieren die samenwerken en zorgen voor zwakkeren. Als een mens zich goed voelt zoekt hij/zij vanzelf contact met anderen. We hoeven baby’s niet te leren lachen. Als ze ongeveer 6 weken oud zijn lachen ze ons toe uit zichzelf waarbij er soms een siddering van plezier door het hele lijfje gaat. Dat doen ze alleen maar als de basisbehoeften voorzien zijn en ze zich senang voelen.

Jikke Verhulst

“Ik schrijf graag en veel. Ik schrijf dagelijks om dossiers van mijn cliënten bij te houden, maar ik kruip ook soms gepassioneerd achter het toetsenbord als ik iets lees in de krant waar ‘niets van klopt’ of waar iets heel belangrijks aan ontbreekt. Ik maak jullie graag deelgenoot van gebeurtenissen in mijn werk en dagelijks leven en mijn reflecties daar op.”